Dag 43 tot 44 - 20 tot 21 augustus - Vallée du Ribérot (Pyreneeën 2)
Mijn tweede dag in de Pyreneeën en blijkbaar was de onvoorbereide wandel en klim inspanning gisteren toch te fel. Mijn rechterbeen doet hevig pijn en is moeilijk te plooien en ook veel slapen was er deze nacht niet bij. Maar de zon schijnt, de natuur lonkt en de bergen pronken, dus ik hijs mij in de camper en vertrek in de richting van mijn lievelingsvallei, met de bedoeling daar morgen toe te komen. Ik besluit om het wat rustiger te doen vandaag, maar uiteindelijk zal het opnieuw een zware tocht worden.
Heerlijk genietend op weg, kilometer na kilometer langs smalle en kronkelende wegen die zich zigzaggend rond de bergflanken slingeren. Het is alsof ik constant voorbij prentbriefkaarten rij of langs plaatjes uit een National Geographic documentaire. Ook op de wandelingen kun je iedere tien meter halt houden om een onvergetelijke foto te nemen. Eerste stop is het meer van Lers op 1500 meter hoogte, waar de koeien onverstoord grazen en af en toe nieuwsgierig kijken naar een aantal picknickende Fransen. Op de plaatsen waar ik voorbij kom en halt houd, blijken weinig buitenlanders te bespeuren, enkel Franse nummerplaten zijn te zien. Een goed teken, want dit zijn meestal de mooiste plekjes met de minste toeristen.
En verder gaat de tocht nu, over de Col d’Agnes (1570 m) naar kuuroord en skistation Aulus-les-Bains. Een typisch bergdorpje waar ik pauzeer om een mooie wandeling te maken naar de waterval van Ars, een tocht van 4 uur. Mijn been is nog altijd pijnlijk, maar ik doe rustig aan. De weg loopt naast een wervelende rivier, is goed begaanbaar, licht stijgend en lommerrijk. Maar halverwege wordt het wel klimmen en liggen overal rotsen in de weg. De omgeving is weergaloos en in de verte kun je de waterval al zien. Redelijk uitgeput kom ik aan en zoek mij een zalig plekje om een halfuurtje te genieten van het neerklaterende water. De terugweg verloopt weliswaar vlotter maar wanneer ik rond 18 uur terug aan de camper ben, voel ik de loden zwaarte van vermoeidheid en pijn door mijn benen zinderen. Gelukkig weet ik wat te doen. Op mijn voettochten naar Compostella en in de Spaanse bergketen ‘Picos de Europa’ had ik dezelfde gewricht- en spierpijnen. De oplossing is een combinatie van duivelsklauw (Harpagophytum procubens) en hoge doseringen vitamine C (tot 3 gram per dag). Werkt gegarandeerd en supersnel.
Ik loop het toeristenbureau binnen en informeer naar een apotheek. De dichtstbijzijnde is in Seix, 40 kilometer verder. Dit ligt op de voorziene route en ik haal het nog net voor de winkel sluit. Ik twijfel wat nu te doen: hier in de buurt overnachten of nog wat dichter naar mijn bestemming rijden. Ik kies het laatste, maar onderweg merk ik dat mijn benzine bijna op is (de LPG tank was vanmorgen al leeg). De meter staat in het rood en ik zit hier echt in niemandsland, namelijk op een smalle kronkelweg die langs een bergflank loopt. Totaal geen kans op benzinestations of zelfs dorpen. Ik moet eerst de Col de la Core (1400 m) over en hopelijk tot in Castillon-en-Couserans geraken, zeker 50 km verder. Langzaam en in tweede versnelling volg ik de haarspeldbochten hoger en hoger, telkens hopend dat na de volgende bocht de Col in zicht komt. De avond valt en witte wolken blijven hangen rond de pieken zodat het ook nog mistig wordt. Mijn benzinewijzertje staat helemaal links en het lichtje brandt paniekerig rood. Hier stilvallen midden op een hoge en smalle bergpas en de weg blokkeren in de mist, is echt geen optie. En dan, eindelijk gered, want daar doemt de Col op. Tijdens de afdaling zet ik de versnellingspook op nul om geen extra benzine te verbruiken. Ik laat mij zeker 30 km uitbollen, telkens zigzaggend en remmend, tot vlak in Castillon. Een zoveelste typisch klein Pyreneeën dorpje,... maar wel met camping en benzinestation! Halleluja.
Ik loop het toeristenbureau binnen en informeer naar een apotheek. De dichtstbijzijnde is in Seix, 40 kilometer verder. Dit ligt op de voorziene route en ik haal het nog net voor de winkel sluit. Ik twijfel wat nu te doen: hier in de buurt overnachten of nog wat dichter naar mijn bestemming rijden. Ik kies het laatste, maar onderweg merk ik dat mijn benzine bijna op is (de LPG tank was vanmorgen al leeg). De meter staat in het rood en ik zit hier echt in niemandsland, namelijk op een smalle kronkelweg die langs een bergflank loopt. Totaal geen kans op benzinestations of zelfs dorpen. Ik moet eerst de Col de la Core (1400 m) over en hopelijk tot in Castillon-en-Couserans geraken, zeker 50 km verder. Langzaam en in tweede versnelling volg ik de haarspeldbochten hoger en hoger, telkens hopend dat na de volgende bocht de Col in zicht komt. De avond valt en witte wolken blijven hangen rond de pieken zodat het ook nog mistig wordt. Mijn benzinewijzertje staat helemaal links en het lichtje brandt paniekerig rood. Hier stilvallen midden op een hoge en smalle bergpas en de weg blokkeren in de mist, is echt geen optie. En dan, eindelijk gered, want daar doemt de Col op. Tijdens de afdaling zet ik de versnellingspook op nul om geen extra benzine te verbruiken. Ik laat mij zeker 30 km uitbollen, telkens zigzaggend en remmend, tot vlak in Castillon. Een zoveelste typisch klein Pyreneeën dorpje,... maar wel met camping en benzinestation! Halleluja.
Ze zeggen dat we allemaal op zoek zijn naar de zin van het leven.
Ik denk dat we daar eigenlijk niet naar op zoek zijn.
Ik denk dat we op zoek zijn naar
zodat we werkelijk de verrukking van het leven voelen.
Voor mijn derde wandel en klimdag in de Pyreneeën der Ariège, kies ik de vallei du Ribèrot, een magnifieke plek waar ik twee jaar geleden samen met Jan en Line enkele dagen kampeerde. Mijn boekje met superlatieven raakt stilaan leeg, daarom zeg ik eenvoudig: deze vallei behoort tot de mooiste plaatsen op Aarde. Vanaf de aankomstplaats op 900 meter hoogte, kun je kiezen uit verschillende wandelingen, de één al moeilijker dan de andere. Zo kun je klimmen naar top van de Mont Valier (2838 m) of naar één van de hooggelegen berghutjes, waar overnachten mogelijk is, want sommige etappes zijn te lang om in een dag te doen. Er is ook de ‘Port de Girette’ (2260 m), één van de doorgangen naar Spanje. Veel van deze ‘poorten’ werden door de eeuwen heen gebruikt als vlucht- en smokkelroutes, of door verzetsstrijders tijdens oorlogen. Hier komt ook de beroemde GR 10 voorbij, de wonderlijke wandelroute die van Oost naar West over de cols en door de valleien van de Pyreneeën loopt en door ervaren trekkers tot de mooiste ter wereld gerekend wordt. Die trektocht over de ruggengraat van het Pyrenese gebergte, plan ik ooit nog te doen.
Het is een bewolkte dag, niet al te warm, ideaal voor een flinke tocht. Twee jaar geleden ben ik tot op 2000 meter hoogte geklommen, waar twee magische bergmeren liggen (het ronde en het lange meer), en ook vandaag is dit mijn doel. Er zijn weinig mensen op pad en uren loop ik alleen door malse weiden en magische bossen en langs snelstromende rivieren en zilveren watervallen. Wandelen is voor mij mediteren, vrijkomen van dagelijkse beslommeringen, op aangename wijze in het hier en nu komen. Vooral de moeilijkere stukken vergen zoveel aandacht en concentratie dat je volledig in het nu komt, zoals vandaag bvb. opletten om niet weg te glijden door de glibberige stenen op de smalle paden die langs diepe ravijnen kronkelen. Zo begrijp ik dat alpinisme en andere extreme sporten je het gevoel kunnen geven dat je echt leeft, dat de adrenaline door je lijf stroomt en alle cellen wakker schudt. Wandelen en klimmen en afdalen is voor mij ook de ideale lichaamsoefening om alle spieren en gewrichten te laten bewegen (want rust roest) en uiteraard is wandelen zalig genieten van de schoonheid der schepping, de zuurstofrijke lucht en de harmoniserende muzikale klanken van wind, water, bladeren, vogels en andere natuurgeluiden.
Het eerste deel tot aan de waterval van Nerech is vrij makkelijk, het tweede stuk tot aan het ronde meer is heftig klimmen met enkele moeilijke stukken en het derde deel tot aan het lange meer of naar de top van de Mont Valier is enkel voor ervaren en met materiaal uitgeruste klimmers. Jammer genoeg is het zicht vandaag beperkt door de laaghangende wolken en hoe hoger ik kom, hoe dichter de mist wordt. Gelukkig is het pad regelmatig aangegeven door typische gele banden, want de mist vormt op 5 meter rondom rond een witte muur, zodat verdwalen zeker mogelijk is. Uiteindelijk bereik ik het ronde meer, maar overal hangen compacte wolken, zodat er niks te zien valt. Ik heb wat foto’s van twee jaar geleden bijgevoegd (ook in het Picasa album) om toch een beeld van dit wonderlijke meer te krijgen. Ook de foto’s uit het mosbegroeide berkenbos zijn bijzonder. Blijkbaar wou een kabouter even op de foto en op een andere foto doemen allerhande orbs uit de mist op.
Zo, voorlopig genoeg gewandeld. Tijd om even onder de mensen te komen.
Look at the world, everything all around us.Look at the world and marvel every day.
Look at the world: so many joys and wonders,
So many miracles along our way.
Look at the world: so many joys and wonders,
So many miracles along our way.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten